Al - Barid 

Filatelistische contactgroep van de Islamitische wereld (FCIW)

Contentmanager van de site van al Barid, Wim van Geelen, heeft interviews gemaakt met enkele beeldbepalende leden van de vereniging. In het onderstaande zijn ze te vinden.


Jan van Zellem: Bibliothecaris van Al Barid.


Het is al weer een traditie geworden: het interview met leden van de postzegevereniging, afgenomen tijdens een ledenvergadering. Nu is Jan van Zellem aan de beurt. Hem gingen voor in willekeurige volgorde Avo Kaplanian, Toon Jansen, Ser v.d. Ven, Theo ’t Hooft en  Jos Strengholt.

Jan van Zellem (1953) was tot voor kort huisarts in Oud-Beijerland, hoewel hij na de overdracht van zijn praktijk en zijn pensionering nog steeds actief is in de medische sector, w.o. in een aantal besturen. Maar dat is toch wel iets anders dan de filatelie en de vraag laat zich stellen hoe Jan daarin terecht is gekomen. Zijn antwoord: “Ik ben met de filatelie in aanraking gekomen door mijn zoon. Hij spaarde postzegels van Nederland en ik deed mee. Ik hielp hem erbij. Dat is dan zo’n dertig, vijfendertig, jaar geleden. Toen is mijn belangstelling voor de postzegelarij ontstaan. Maar vanNederland, niet het Midden-Oosten. Dat speelde aanvankelijk geen rol, hoewel ik wel een relatie met dat gebied had. Ik heb namelijk familie in Libanon wonen. Dat het later toch geen Libanon werd maar Egypte heb ik aan het toeval te danken. De belangstelling daarvoor kwam als gevolg van een lezing die ik ooit in Rotterdam bijwoonde. Het ging over Egypte en dat land had me vanaf dat moment in de greep. Ik ging postzegels uit dat land verzamelen en wat mij vooral aansprak waren de verhalen achter die zegels. Als er een monument op de postzegel was afgebeeld probeerde ik te achterhalen waar dat monument stond en welke rol het in de geschiedenis van Egypte had gespeeld of nog speelde. Als er een persoon op de postzegel was afgebeeld hetzelfde. Wie was het, wat had hij betekend hij voor zijn land en waarom verdiende hij het om op die zegel afgebeeld te zijn. Ik kocht die zegels op veilingen en op die veilingen zag ik dat de filatelie meer inhield dan zegels verzamelen. Mijn belangstelling ging met name uit naar poststukken. Hoe ging het stuk van A naar B of van A via B en C naar D?, de zogeheten gelopen stukken. Daarin ging ik mij specialiseren en het resultaat valt o.m. te zien op de site van Al Barid. Daarin heb ik op eBarid een stuk staan over Tant, de Tanta des tijds. Ook aan het Jubileumnummer van het Magazine heb ik een bijdrage geleverd. Op die poststukken en ook op de zegels komt Arabisch schrift voor. Arabisch kan ik overigens niet lezen, maar als het nodig is om iets vertaald te krijgen wend ik me tot m’n familie in Libanon. In Egypte zelf ben ik ook geweest, zij het als toerist in een plaats als Luxor. Egyptische steden als Cairo en Alexandrië heb ik niet bezocht. Maar misschien dat het er ooit nog eens van komt”.

 

Jan is al decennialang lid van al Barid en daar vervult hij al vele jaren de functie van bibliothecaris. Hoe is dat zo gekomen en wat houdt het in? Jan: “mijn voorganger in die functie was al op leeftijd en ik een stuk jonger. Ik zag hem sjouwen bij de vergaderingen met de bibliotheek bestaande uit boeken, mappen en tijdschriften en dat ging hem eigenlijk steeds moeilijker af. Ik heb dat toen dat maar van hem overgenomen. Het sjouwen, bij mij een trap af naar de vergaderingen en na afloop een trap op ging bij mij wat gemakkelijker. De bieb staat dus in mijn werkkamer boven. Veel ruimte neemt ‘ie niet in, want de bibliotheek is bescheiden van opzet. Veel geld om iets nieuws aan te schaffen is er niet, want het budget bedraagt per jaar maar € 100 en daar koop je niet veel voor. Ik constateer wel dat er behoorlijk gebruik van de bibliotheek wordt gemaakt. Soms wat meer en soms wat minder. De animo is dus wisselend, maar bepaald niet onvoldoende.

Wat animo betreft in antwoord op de vraag constateer ik ook dat die in de vereniging voldoende bij de leden aanwezig is. Neem nou de publicaties in ons blad, die getuigen toch naast veel deskundigheid ook van grote betrokkenheid. Natuurlijk: het ledenbestand vergrijst en jongerenaanwas is er niet, maar toch zie ik voldoende belangstelling voor het verenigingsleven en dat geeft mij moed. Al Barid houdt het nog wel enige tijd uit”.

Ser van der Ven: voor mij is de postzegel een historisch document.


 

Ser tachtig jaar geleden geboren in Zuid-Beveland kwam op de lagere school voor het eerst met postzegels en postzegels verzamelen in aanraking. “In het dorpje waar ik geboren ben in Zeeland was in die jaren weinig te beleven. Door postzegels kreeg ik eigenlijk voor het eerst een blik op de wereld. Andere landen, andere culturen. Er ging letterlijk een wereld voor mij open”.

Na Zeeland ging ik studeren, chemie, en werken op het Shell-laboratorium in Amsterdam-Noord. Op postzegelgebied was daar veel te beleven en Ser was dus al snel een vaste gast op de postzegelbeurs, die toentertijd op het Centraal Station gehouden werd. Dat de hospes van het huis waarin Ser een kamer huurde een fanatiek postzegelverzamelaar was hielp natuurlijk mee om de liefde voor de postzegel bij hem binnen te brengen. Maar waar te beginnen? Ser had al gauw in de gaten dat verzamelen specialisatie betekende. Een land, een werelddeel, hij zag dat niet zitten. Specialisatie dus en dan gaat Ser’s uitgangspunt, de postzegel is een historisch document, een rol spelen. Neem de Elzas. Dat landsdeel was achtereenvolgens Frans, Duits, Frans, Duits en weer Frans. Of neem een stad als Breslau. Dan weer Pools, Duits of Russisch. Elke periode kende postzegels met verschillende opdrukken. Daarvan verzamelde Ser enkele zegels en als die verzameling naar zijn mening voldoende groot was had hij weer een verzameling. Die specialisatie noemt hij de Grootste Gemene Gebieden, 3G en daarvan zijn er nog al wat in de wereld. Dus ook in het Midden-Oosten en daarmee zijn we bij Al Barid beland. Wat bindt hem aan deze vereniging?

Ser: “door mijn specialisatie was en ben ik lid van verschillende verenigingen. Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, noem maar op en dus ook Al Barid voor het Midden-Oosten. Ik heb dus in verschillende keukens kunnen kijken en wat mij bij Al Barid zo bevalt is de sfeer en de inhoudelijke gedrevenheid. Andere verenigingen kunnen daar nog wel wat van leren.

Zegels uit het Midden Oosten verzamelen, zoals alle andere leden van Al Barid doen, doet hij dus duidelijk niet. Toch is hij betrokken bij de tweede special die Al Barid, na die van de Hedjaz spoorlijn gaat uitbrengen, als initiatiefnemer en trekker weer wel. Hoe valt dat te rijmen of anders gezegd: hoe is dat zo gekomen? Ser: “We zaten als Al Barid op de Postex en toen was de Hedjaz spoorlijn natuurlijk gespreksonderwerp. Onderwerp van gesprek was ook wat er op deze publicatie zou moeten volgen. Ik heb altijd historische belangstelling gehad en liet toen de namen van Sykes en Picot vallen. Voorzitter Theo Hooft sprak die suggestie onmiddellijk aan en hij keek mij verwachtingsvol aan met de vraag of ik die klus zou willen klaren. Ik zei geen nee en zat er dus vanaf dat moment aan vast. Natuurlijk ben ik begonnen om me te documenteren en een oproep aan de leden van Al Barid te doen om actief mee te werken aan het tot stand komen van deze publicatie en om materiaal aan te leveren. Dat is op zodanige schaal gebeurd dat ik denk en verwacht dat de publicatie tegen het midden van volgend jaar gereed zal zijn. Ik ben nu aan de tweede versie van het verhaal bezig. De eerste was wat te veel historisch gericht. De huidige versie heeft naast deze historische dimensie ook een filatelistische benadering”.

Hoort daar ook een postzegel van de heren Sykes en Picot bij? Ser: “Die heb ik nog niet gevonden, maar via via heb ik wel vernomen dat die er moeten zijn. Ik hoop ze nog te vinden en in de publicatie te kunnen opnemen”.

Interview met Theo Hooft.

 

Vanaf mei 2018 zullen er per jaar vier interviews op de website van al Barid worden gepubliceerd. De bedoeling achter dit initiatief is om de site wat te verlevendigen. Aan leden van deze filatelistische vereniging zal worden gevraagd waarom zij postzegels zijn gaan verzamelen, waarom dat uitgerekend zegels uit de gebieden zijn die tot het domein van al Barid behoren en wat zij van de toekkomst van de vereniging verwachtgen. Hoe ziet het toekomstperspectief van al Barid er volgens de geïnterviewde uit.

Dit jaar is een uitzondering op de boven geformuleerde regel, want er zullen maar drie in plaats van vier interviews verschijnen, in mei, september en december. De maanden waarin de vereniging in vergadering bijeenkomt.

 

De eerste die voor deze nieuwe rubriek aan het woord komt is Theo Hooft, al sinds vele jaren voorzitter van al Barid.

De openingsvraag is boven al weergegeven. Waarom is Theo ooit lid geworden van al Barid? Theo daarover: “Ik was zo’n twintig jaar geleden op zakenreis in India en zag daar een serie van ronduit prachtige zegels uitgestald ergens. Mijn aandacht werd er als een magneet naar toe getrokken en toen zag ik dat het zegels waren uit Irak. Ik kocht ze en nam ze mee. De beelden erop kon ik begrijpen, maar de geschreven tekst niet. Die was in het Arabisch en dat lees, noch spreek ik. Ik keek wat verder om me heen, zag dat er een postzegelbeurs was in Apeldoorn en besloot daar heen te gaan met de bedoeling om te weten te komen wat er op mijn zegels stond. Op de beurs kwam ik in contact met Dic Tjaden en die hielp mij verder. Ik neusde wat rond in de kraam van al Barid en was meteen verkocht. Daar wilde ik wel lid van worden en ik besloot me op het verzamelen van zegels uit Irak en Afghanistan toe te leggen”.

 

Afghanistan? Theo: “Ja via India heb ik dat land ook bezocht. Ik kom nogal veel in die contreien, maar in Irak zelf ben ik nog nooit geweest. Ik heb een onderneming die zaken doet in China, India, veel Europese landen en de VS. Als je veel onderweg bent zoals ik dan kan je helaas niet altijd bij de vergaderingen van al Barid zijn. Dat is best lastig als je voorzitter bent. Daarom probeer ik iemand anders zo ver te krijgen om mijn rol over te nemen. Maar helaas, dat lukt nog steeds niet. Dat neemt niet weg dat ik het blijf proberen”.

Bij Theo is het niet alleen bij het verzamelen van zegels gebleven. Hij is zich ook gaan verdiepen in de filatelistische lectuur, weet dus best wel iets van tandjes, misdrukken, stempels e.d., maar dan gaat het alleen over de hoofdlijnen. Voor de details moet je bij anderen binnen de vereniging zijn, vindt hij. Vol bewondering spreekt hij over de succesnummers die onder de vlag van al Barid zijn gepubliceerd en die laten zien tot welke filatelistische hoogstandjes de leden van al Barid in staat zijn.  Hij noemt in dat verband de twee dikke boeken over de Levant en laatstelijk nog verschenen de special over de Hedjazspoorlijn.  Verwachtingsvol kijkt hij uit naar het einde van dit jaar als het speciale nummer over Sykes-Picot verschijnt. Deze publicaties geven hem een tevreden gevoel over de vereniging die hij al zo’n tien jaar leidt.

 

Postzegels verzamelen van een bepaald gebied, neem Irak, hebben Theo er ook toe gebracht om iets meer van het land te weten te komen. In het geval van dat land is hij door het lezen van studieboeken, artikelen, reisreportages e.d. veel meer te weten gekomen over wat er in maatschappelijk, politiek en economisch in Irak met zijn verschillende religieuze stromingen en diverse stammen gebeurt. Dat laatste noemt Theo de meerwaarde die kleeft aan het aanleggen van een verzameling.

Maar is het allemaal `” botertje aan de boom”?  Theo: “bepaald niet, want het toekomstperspectief is somber. Als vereniging verliezen we jaarlijks leden. Sinds ik aantrad hebben we al rond de veertig leden verloren. Niet alleen door opzeggingen, maar ook door overlijden. Wat dat laatste betreft is dat een logisch gevolg van het feit dat de vereniging vergrijst. Nieuwe aanwas vindt niet plaats en ook is het moeilijk leden te enthousiasmeren om iets voor de vereniging te gaan doen, b.v. door een bestuurslidmaatschap te aanvaarden. Neem mijn positie. Ook de leden die de vergadering niet bezoeken weten uit ons Magazine dat ik graag wil dat iemand anders de kar gaat trekken. Maar tot nu toe hebben die oproepen geen resultaat gehad. Dat geldt ook voor onze veilingmeester. Toon Jansen heeft ook aangekondigd er na vele jaren mee op te willen houden, maar vindt maar eens iemand anders die dat wil gaan doen”.

Er moet meer leven in de brouwerij komen, er moet vernieuwd worden, niet alles moet meer bij het oude, vertrouwde, blijven maar hoe pak je dat aan? Daar heeft Theo wel ideeën over: “Een bescheiden stap in die richting is wat nu met prentbriefkaarten gebeurt. Naast de zegels krijgen die ook een aparte plek. Maar er moet meer gebeuren en wel met name op Internet. Daar moeten we meer gebruik van gaan maken. Dat leidt tot meer flexibiliteit dan nu. We komen nu vier keer per jaar bijeen. Maak van de mogelijkheden die Internet biedt meer gebruik en dat kan ene impuls geven aan het verenigingsleven. Wellicht dat daardoor ook meer jongeren aangetrokken worden tot de filatelie”.

Logische vraag die uit deze ontboezeming voortkomt is: “Zijn er voorbeelden in den lande van verenigingen als al Barid die deze koers al varen?” Theo kent die voorbeelden niet en dat is zorgelijk. Al Barid zal met doorgaan op de huidige weg in 2019 het 50-jarig bestaan wel halen, maar de zestig jaar in 2029? De vraag stellen is haar beantwoorden, maar Theo laat zich wat dat betreft niet uit zijn tent lokken. 


Avo Kaplanian vrij naar Rudyard Kipling:  East is East and West is west but the twain has met.


Hoe dat kon: later in dit verhaal. Als vierde in de rij gesprekken, bedoeld om leden van Al Barid te portretteren en om de portreten vervolgens te plaatsen op de site van al Barid, is gesproken met Avo Kaplanian (Jeruzalem, 1945).

De naam Kaplanian heeft Armeense wortels en dat klopt ook in zijn geval want vader was Armeens, moeder was van Syrische komaf. Maar thuis werd Arabisch gesproken, Armeens kent Avo niet. Naast Arabisch leerde hij later Nederlands, Engels en Frans. Maar zover is het nog niet als het gezin, Avo is dan nog jong, verhuist naar Amman, toen Transjordanië geheten, nu gewoon Jordanië. In 1962 volgt weer een verhuizing, nu naar Ramallah. Toen ook nog gelegen in Jordanië, maar na 1967 op de Westbank. Daar krijgt Avo zijn middelbare schoolopleiding en wel aan de Birzeit middelbare school. Nu is Birezeit een bekende universiteit, maar in Avo’s jeugd was het dat nog niet.

De liefde voor de postzegels wordt hem bijgebracht door zijn vader. Postzegels van diverse landen verruimt zijn blik op de wereld. Maar de meeste zegels heeft hij natuurlijk van Jordanië en in latere jaren gaat hij daar mee door. Hij bouwt een schitterende verzameling van die zegels op en die brengen hem via diverse tentoonstellingen grote faam en dito prijzen . Met de nodige trots noemt Avo de groot gouden medaille die hij won op de laatste, in Apeldoorn gehouden, Postex.

Maar eerst nog Nederland. Hoe kwam Avo hier terecht?

De Nederlandse regering ziet wat in de jongeman en geeft hem een beurs om hier te studeren. In 1966 komt Avo in Amsterdam terecht waar hij aan de Universiteit van Amsterdam Culturele Antropologie gaat studeren. In 1973 studeert hij af en dan wachten hem in de jaren daarna twee interessante banen: directeur van de Amsterdamse stichting Welzijnszorg Buitenlandse Werknemers en adjunct-directeur van Vluchtelingenwerk Nederland.

Zijn visitekaartje echter laat vandaag de dag een andere werkelijkheid zien. Avo is mede-eigenaar van the American Book Center. Hoe het tot die carrièreswitch gekomen is heeft met de liefde te maken. Avo trouwt met een Amerikaanse, afkomstig uit the Midwest en zij werkte bij het Book Center. Toen zij hoorde dat de Amerikaanse eigenaren van de zaak die wilden verkopen waagden zij en Avo de stap: zij namen in 1983 de winkels, in Amsterdam, Den Haag, Groningen en Eindhoven over. De laatste twee werden na enige tijd van de hand gedaan, maar de zaken in Amsterdam (Spui 12) en Den Haag bestaan nog steeds.

Avo maakt tijdens het gesprek zelf de vergelijking, die de titel van de gesprekweergave vormt. Zij uit het Midden Westen, ik uit het Midden-Oosten.

Over naar de postzegels. Naast Jordanië werd ook Palestina het verzamelgebied van Avo. Maar het bleef niet alleen bij het verzamelen van de zegels en maken van verzamelalbums. Avo ging zich meer en meer verdiepen in de achtergronden van de filatelie: in stempels, misdrukken, kartelranden etc.etc. en hij begint daar artikelen over te schrijven. Dat doet hij tot op de dag van vandaag. Want in het recent uitgekomen Middle East Philatelistic Bulletin is een schitterend geïllustreerd artikel van hem opgenomen. Ook is in het tijdschrift van al Barid menig artikel door hem geschreven verschenen. Verder heeft hij bijdragen geleverd aan het tijdschrift Israel Philately en de Holy Land Philatelistic Society.

Overigens heeft hij niet lang geleden zijn verzameling Palestina van de hand gedaan, waarvoor hij een mooie prijs heeft weten te bedingen.

Avo houdt de vinger aan de pols wat zijn verzamelinteresses betref door naast van al Barid lid te zijn van een aantal vergelijkbare verenigingen, zoals the Royal Philatelistic Society London. Via contacten met de leden daarvan wisselt hij kennis en ervaringen uit, die hij later benut bij het schrijven van artikelen. Avo wil nog wel benadrukken dat naast kennis en ervaring ook veel literatuurstudie en tijd noodzakelijk zijn om deze artikelen te kunnen schrijven.

Heeft de filatelie, bedreven in verenigingen als al Barid nog toekomst? Kijkend naar het ledenbestand dat vergrijst, constaterend dat jeugdige aanwas uitblijft acht Avo de kans niet groot dat al Barid in 2069 haar 100-jarig bestaan kan vieren. De belangstelling voor de filatelie is tanende, wel ziet hij de belangstelling voor specialisaties, landen, dieren, monumenten etc.etc. toenemen. Een hobby die niet per se in verenigingsverband uitgeoefend hoeft te worden. Er is dus nog hoop!


Jos Strengholt: verdeeld leven tussen Utrecht en Cairo.

 

Jos Strengholt (60), secretaris van al Barid, is van huis uit historicus met al vroeg een bijzondere belangstelling voor het Midden-Oosten. Zijn studie was daar ook op gericht en dat was in het Utrecht van de tachtiger jaren best moeilijk, want geschiedenishoogleraren met dat specialisme waren er niet. Wel zat er een hoogleraar bij Theologie en daar studeerde Jos ook bij af. Die professor was Jacques Waardenburg, in 2015 overleden en hij bracht Jos kennis bij van de culturen van het Midden-Oosten en de Islamologie. Terzijde opgemerkt: zijn voorganger als secretaris bij al Barid was Sytske Breunesse. Zij was Waardenburgs student-assistent in de jaren tachtig en studeerde in 1989 cum laude af in de Oosterse talen (Arabisch, Turks en Perzisch). Vijf jaar eerder schreef Waardenburg zijn vuistdikke handboek over de Islam.

Jos ging na zijn afstuderen naar Egypte waar hij met vrouw en 3 dochters 18 jaar gewoond en gewerkt heeft. Zijn werk vond hij bij de media. Zo was hij o.m. correspondent bij de radio, bij wat nu NPO1 heet. In die functie reisde hij wat af door het gehele Midden-Oosten. Daardoor heeft hij veel gezien en redelijk Arabisch kunnen lezen, schrijven en spreken. Maar na 18 jaar wilde hij het roer helemaal omgooien. Hij wilde iets geheel anders en toen kwam de Anglicaanse kerk op zijn pad. Hij werd priester en toen hij definitief naar Nederland kwam, in 2017, kregen de Anglicaanse gemeenten in Arnhem en Nijmegen hem als voorganger.

Maar Egypte blijft trekken en zo is hij gedurende elke maand 10 dagen in Cairo, waar hij een klein flatje huurt, te vinden.

Hij werkt die dagen niet als voorganger, maar heeft daar projecten onderhanden die hij begeleidt. Daarvoor heeft hij ook een aantal medewerkers in dienst. Zo helpt hij Soedanese vluchtelingen b.v. die medische zorg nodig hebben en is hij betrokken bij een opleidingsproject gericht op Kopten. Bij elkaar genoeg te doen om eens per maand naar Egypte af te reizen. Interessant te weten dat je Kopten, een minderheid die 10% van de bevolking uitmaken, alleen aan de naam herkent. In kleding, taal en cultuur onderscheiden zij zich niet. Wel uiteraard in religieus opzicht. De laatste tijd merkt Jos dat het Sisi-regiem meer aandacht schenkt aan deze minderheid en meer doet om hun kerken te beschermen.

 

Postzegels en de beelden daarachter.

Jos is nog niet zo lang met deze hobby, die zich uitsluitend richt op Egypte, bezig. Wat hem meer dan de zegel op zich interesseert is het verhaal erachter. Wat brengt het beeld tot uitdrukking? Postzegels weerspiegelen in de breedst mogelijke zin van het woord de geschiedenis van het land, in dit geval dus Egypte. De ups en de downs van de politiek lees je af aan de postzegels. Neem de Aswandam, gebouwd in de jaren vijftig onder Nasser. Voor het stuwmeer moesten Nubische tempels opgeofferd worden. Zij verdwenen onder water. Die tempels kwamen op zegels terecht en toen bleek dat postzegels tot een weerslag van de politieke geschiedenis konden uitgroeien. Het was opvallend dat vooral landen die toen onderdeel uitmaakten van de “Beweging van de Niet-Gebonden Landen” “Save the monuments of Nubia” postzegels uitgaven. In het Jubileumnummer van al Barid (no.84 van september 2019) heeft Jos daarvan de nodige voorbeelden gegeven. Interessant voor hem is het vooral als er op postzegels gebouwen staan. De vraag is dan ook bestaan die gebouwen nu nog in Cairo, waar staan ze en kan ik ze bezoeken om te kijken wat en hoe het veranderd is. Bij hem begon het bij het postkantoor in zijn woonwijk Heliopolis. Een indrukwekkend gebouw uit 1916. Afgebeeld op een zegel en ook afgestempeld daar. Zijn interesse was gewekt en hij ging die stempels verzamelen. Toen hij er voldoende had, 50 stuks, was de volgende stap ze te beschrijven en er een catalogus van maken. Naast postzegels en stempels verzamelt Jos ook ansichtkaarten en ook dan gaat het weer meer om het verhaal wat erachter schuil gaat, de sociale geschiedenis, dan om het beeld zelf.

 

Toekomst

Jos denkt zelf al zo’n dertig jaar lid van al Barid te zijn, maar van bezoek aan vergaderingen kwam het niet vanwege zijn verblijf in Cairo. Sinds 2017 definitief gevestigd in Utrecht en dus trouw naar de bijeenkomsten in Woerden. Uiteraard ziet hij het ledenbestand vergrijzen en afkalven. Kan dat nog lang zo doorgaan? Jos zegt dat welke trucje ook uit wilt halen je de jeugd niet binnen je vereniging haalt. Postzegel verzamelen is zo’n beetje een gepasseerd station. Hij ziet het aan zijn eigen dochters. Hebben zij zijn belangstelling voor het Midden-Oosten en zijn verzamelhartstocht overgenomen? Het antwoord luidt ontkennend. De ene is arts, de andere heeft kunstgeschiedenis gestudeerd, terwijl de derde zich in de media heeft bekwaamd en in dat laatste ziet hij toch een relatie met zijn professionele verleden. Maar postzegels, dat niet.

Toch ziet Jos nog een sprankje hoop. Het verzamelen van postzegels en aanverwante zaken zullen altijd blijven waarbij komt dat bepaalde zegels zich in waarde zullen vermeerderen en dus erg gewild zullen blijven. Dus verzameld zullen blijven worden. 


Toon Jansen: lid vanaf het eerste uur.


Al Barid bestaat dit jaar een halve eeuw. Vanaf het eerste prille begin is Toon Jansen (1935, s’-Hertogenbosch) er lid van. Of hij de eerste vergadering van deze postzegelvereniging meegemaakt heeft weet Toon niet precies meer, maar hij was er in ieder geval al heel vroeg bij. Ook met het verzamelen van postzegels begon hij vroeg. Op zevenjarige leeftijd bezat hij al zijn eerste postzegels. Het was een tijd waarin elke jongen en meisje wel wat verzamelde. Waren het geen postzegels dan wel sigarenbandjes, lege sigarettenpakjes om mee te kaarten of voetbalplaatjes.

Veel van de jeugdige verzamelaars hielden er op enig moment mee op, maar Toon ging door. Het postzegelverzamelvirus had hem stevig te pakken. Hij moest er wel wat voor over hebben. Veel geld bezat hij niet, maar in Tilburg zat een handelaar die voor niet te veel geld veel en vaak ook mooie zegels verkocht. Toon fietste daar geregeld heen, 25 km heen en 25 km terug. In het begin verzamelde Toon, populair gesproken, alles wat los en vast zat, maar op een gegeven moment ging hij zich specialiseren.

Specialiseren.

Zijn specialisatie betrof het Verenigd Koninkrijk en haar koloniën. Een zeer uitgebreid verzamelgebied want, zoals men in Londen trots meldde: de zon gaat daar nooit onder. Maar het was wel een zeer omvangrijk verzamelgebied, waar bovendien de klad in kwam, doordat vanaf de jaren 40 en 50 veel koloniën onafhankelijk werden. Bovendien lagen veel van die landen te ver weg om te bezoeken. Reden om de bakens te verzetten en als lid van al Barid laat het zich gemakkelijk raden op welk vlak die specialisatie zich nu ging afspelen. Dat het Het Midden-Oosten werd had te maken met de studies die Toon vanaf 1956 in Utrecht ging volgen: sociale geografie bij De Vooys en sociologie bij Groenman. Tijdens die studie stond een excursie naar Turkije op het programma, maar toen de excursieleider een baan in Nieuw-Guinea, toen nog onder Nederlandse vlag, aangeboden kreeg en vertrok, ging dat feest niet door.

Maar niet getreurd, Toon en een studievriend besloten een tweedehands motor aan te schaffen en de steven te wenden naar Marokko. Een interessante tijd want drie jaar voor hun bezoek had Marokko zich losgemaakt van Frankrijk en was Spanje definitief uit het Rifgebied verdwenen. Zij verbleven daar drie maanden, reisden veel rond, maar hebben zich toen nooit onveilig gevoeld. Turkije en Marokko werden toch niet Toon’s specialiteit. Binnen het Midden-Oosten ging Toon zich specialiseren in postzegels uit de Soedan en Egypte. Ging hij ook Arabisch leren om erachter te komen wat er op de postzegels uit die landen te lezen viel? Toon achtte dat niet nodig, omdat de opschriften ook in het Engels en Frans gesteld waren. Bovendien had hij ook andere zaken aan het hoofd. Zo werkte hij aan de Landbouwhogeschool in Wageningen, waar hij ook college gaf.

Al Barid.

Binnen al Barid is Toon altijd heel actief geweest. Zo heeft hij tal van bijdragen geleverd aan het verenigingsblad. Gevraagd naar wat hij als zijn belangwekkendste bijdrage ziet is het antwoord een vierdelige serie over in de periode 1948-1950 in Irak, Syrië, (Trans)Jordanië en Egypte verschenen postzegels waarin om steun voor Palestina werd gevraagd.

Dat was toen, nu ook nog trouwens, een actueel punt. Wat Egypte en met name Soedan betreft waren en zijn volksopstanden actueel. Krijgen die hun weerslag ook in de zegels? Toon’s antwoord is ontkennend. Dat is dus niet het geval. Wel constateert hij dat er de laatste tijd, met name in Soedan, weinig zegels meer worden uitgegeven. Dat geldt ook voor het pas onafhankelijk geworden Zuid-Soedan. Postfris is nog wel te krijgen, gebruikte zegels zie je nauwelijks meer.

Veilingmeester.

Geruime tijd oefent Toon deze functie binnen de vereniging uit. Er moet dan natuurlijk wel iets te veilen zijn. Hoe komt Toon met andere woorden aan die kavels? Dat blijkt deels via zijn netwerk binnen de vereniging te zijn, maar ook wordt hij vaak benaderd als het om nalatenschappen gaat. In onderling overleg wordt in beide gevallen een prijs bepaald waarmee de kavel in kwestie op de veiling wordt aangeboden.

De laatste tijd wordt het wat moeizamer. Een zekere veilingmoeheid treedt op. Niet bij Toon, maar bij de leveranciers. Tekenend hiervoor is dat de agenda voor de op 11 mei 2019 gehouden vergadering wel als agendapunt “Veiling” genoteerd stond, maar dat er geen veiling was. Domweg omdat er geen aanbod was. Een situatie die Toon uiteraard betreurt. Hij ziet ook een rechtstreekse relatie met de opkomst. Is er geen veiling, dan is de opkomst bij een ledenvergadering klein. Overigens is het tegen het eind van dit jaar na zovele jaren gedaan met het veilingmeesterschap.

Toekomst.

Toon denkt dat al Barid op deze voet nog wel wat jaren kan meegaan, maar toch is de vereniging kwetsbaar. Hij denkt dan niet in de eerste plaats aan het lot dat vergelijkbare verenigingen ook overkomt: vergrijzing en geen nieuwe jeugdige aanwas, maar aan iets anders. Het Midden-Oosten is groot en er zijn heel verschillende deelspecialisaties. Neem Iran als voorbeeld. Al Barid had een lid dat gespecialiseerd was in dat gebied. Na het overlijden van Ton Zonneveld heeft niemand dat stokje overgenomen en dus verdwijnt Iran uit de belangstelling. Turkije is ook zo’n voorbeeld waarvan dat lot dreigt enzovoort.

De vereniging is dus ook om die reden kwetsbaar.

 

    

Kaart